Vernieuwd Kinderboekenmuseum

Geen tentoonstelling waarin objecten centraal staan, maar een belevenis voor kinderen waarbij ze ontdekken hoe verhalen in elkaar zitten. Ook een stimulans om zelf verhalen te schrijven en te lezen. Dat was voor studio Platvorm het uitgangspunt bij het ontwerpen van de nieuwe vaste opstelling voor het Kinderboekenmuseum. ‘Toen we begonnen had het museum al een basisconcept,’ vertelt Taco de Bie, ruimtelijk ontwerper en eigenaar van Platvorm. ‘Het moest gaan over verhaalstructuren en karakteropbouw in kinderboeken. Maar de samenhang ontbrak. Er was nog geen cement.’ Het idee ontstond een literair landschap te creëren, een unieke wereld waarin personages, verhalen en emoties een eigen plek krijgen.

De Bie: ‘Het eerste aanknopingspunt voor zo’n landschap was het tranendal. Uiteindelijk werd het een cultuurlandschap van gestapelde tekst, letters en woorden, dat eruit ziet als een sawa. Op zes beschutte plekken – grotten – wonen literaire families: de Dappere Doorzetters of de Doldwaze Distelvinken. Zij koesteren in die beschutting belangrijke onderdelen van kinderboeken zoals karakteropbouw, humor, emotie, verhaalstructuur.’

Natuurlijk moest de wereld van het kinderboek een eigen naam krijgen: Papiria. De ontwerpers van Platvorm maakten het zichzelf niet gemakkelijk. Er was veel ruimtelijk en grafisch maatwerk nodig. Alles moest apart worden ontwikkeld en op de rest aansluiten. Een van de hoogstandjes is een woordenstrook van twee kilometer lang die het hele sawalandschap bekleedt. Een gigantische klus. De letters zijn als het ware gestempeld. Waar ze dicht op elkaar staan, ontstaat een kleurvlak. De gekromde wanden maakten het plaatsen van de grafische elementen complex. Veel computerberekeningen en maquettes waren nodig om die berekeningen te controleren. Letterlijk hoogtepunt is de filmtoren, opgebouwd uit 50.000 echte boeken die als bakstenen op elkaar zijn gestapeld. Daarbinnen speelt zich de introductie op de tentoonstelling af.

De Bie: ‘Het landschap alleen was niet voldoende. We misten een verhaal waarmee we de kinderen door de grotten met hun bewoners konden leiden. Toen is een vijand bedacht die de literaire wereld bedreigt, de Inktvraat. Met Slurpers moeten kinderen hem te lijf gaan.’

Met de Inktvraat en de Slurpers werd Papiria een wereld waarin van alles mogelijk is. ‘Je kon het zo gek niet bedenken, of het bestond,’ vertelt de stem in het introductiefilmpje in de filmtoren. Hij legt uit hoe je met Slurpers – speciale polsbandjes met een chip – tijdens het bezoek woorden verzamelt en een eigen verhaalfiguur opbouwt. ‘Pak snel je Slurper,’ zegt de stem. ‘Red woorden en tekeningen voor het te laat is. Maak nieuwe verhalen, zodat Papiria blijft bestaan.’

De Bie: ‘Kinderen hebben een korte spanningsboog. Neem je ze mee in een spannend verhaal, dan houd je hun aandacht vast. Ze werken intensief, in groepjes. Door het bezoek aan drie van de grotten in het literaire landschap, krijgen ze informatie waarmee ze hun eigen, door de Inktvraat aangetaste, verhaalfiguur in kunnen vullen. Daarna beginnen ze met de workshop waarin hun zelfgebouwde figuur een rol krijgt in hun zelfgeschreven verhaal.’

Een tevreden directeur Aad Meindert noemde Papiria een belevenis waarin het kind serieus genomen wordt. En hij citeerde Hieronymus van Alphens beroemde regels: ‘Mijn spelen is leren, mijn leren is spelen.’

De tentoonstelling is een interactieve belevenis met multimedia en diverse kunstdisciplines. Ze bevat twaalf interactieve spellen, achttien korte av-producties, dertig ontwerpstations waarmee kinderen hun eigen verhaalfiguur maken en 111 originele illustraties van 72 verschillende illustratoren. Met Papiria heeft het museum een koppositie in de wereld van de kinderboekententoonstellingen veroverd.

Papiria, vanaf 9 december 2010 in het Kinderboekenmuseum, Den Haag

Auteur: Manon Laterveer-de Beer
Museumvisie 01 (2011)
Terug