Met zijn schelle geschreeuw en gifgroene kleur is de halsbandparkiet een opvallende vogel in met name de Randstad. De vogels overnachten op gezamenlijke slaapplaatsen in hoge bomen. Broeden doet de halsbandparkiet in verlaten nestholten van bijvoorbeeld spechten. Ze eten zaden, bessen, fruit, bloemen en nectar. De Hollandse winters overleven halsbandparkieten dankzij het bijvoeren door mensen. Ze zijn vooral gek op pinda’s.
Tentoonstelling 'Nieuw in Nederland', Naturalis
Waar vandaan?
Zuid-Azië, Centraal-Afrika.
Hoe in Nederland gekomen?
De halsbandparkiet werd naar Nederland gehaald als volièrevogel. Er ontsnapten exemplaren uit gevangenschap. Ook lieten eigenaren ze soms opzettelijk vrij omdat ze moeilijk te temmen zijn, hard kunnen bijten en veel lawaai maken.
Waar en wanneer in Nederland?
Sinds eind jaren 1960. Stedelijk gebied van de Randstad, bij voorkeur in stadsparken met hoge loofbomen.
Effecten
In de sier- en fruitteelt kijkt men argwanend naar de halsbandparkiet omdat hij bloemen, vruchten en knoppen kan vernielen. Of hij echt voor schade zorgt is niet bekend. Voor inheemse holenbroeders zoals de boomklever en specht is de halsbandparkiet een mogelijke concurrent. Hij zou hun nest kunnen inpikken. Hier zijn nog geen duidelijke bewijzen van gevonden.
Inhoudsontwikkeling en teksten: Manon Laterveer-de Beer In opdracht van: Naturalis Biodiversity Center / Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)
Lees hier het researchdocument van 'Nieuw in Nederland' (15 september 2011)
